H. Honsbeek
07 Arbeidsmiddelen
 >  Velig werken met slijpmachines
Introductie

Onderzoeken hebben uitgewezen dat meer dan 75° van de ongevallen bij het slijpen het gevolg zijn van het getroffen worden door slijp vonken, waarbij de oorzaak duidelijk bij de slijper ligt, omdat oogbescherming niet wordt gedragen.

Dit laatste geldt ook voor het groot aantal van de ongevallen, waarbij iemand in aanraking komt met de draaiende slijpschijf, bijvoorbeeld het wegleggen van de slijptol met een nog na draaiende slijpschijf of het verwijderen van de beschermkap. 

Minder bekend zijn de verwondingen ten gevolge van het wegslaan van de slijptol. Het lichaam van de slijper is vaak het eindpunt van de wegslaande tol. Het innemen van een veilige positie, ten opzichte van de slijptol, is dan ook een belangrijk aandachtspunt voor men met zijn werkzaamheden aanvangt.

Constructie slijpschijven

De slijpschijven bestaan uit een slijpmiddel of een mengsel daarvan, samengehouden door een bindmiddel. De slijpmiddelen zijn over het algemeen aluminiumoxide of siliciumcarbide. Naast de keramisch gebonden slijpschijven wordt nu vaak bakeliet als bindmiddel gebruikt. 

Typen slijpschijven

Doorslijpschijven: Het met een handslijpmachine doorslijpen van een werkstuk is meer een gevoelswerk dan krachtwerk. Het door te slijpen werkstuk moet goed vast staan terwijl, indien nodig, maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat de doorgeslepen delen naar elkaar toe komen en zo de slijpschijf vastklemmen. Doorslijpen doet men door de slijpschijf zonder extra druk in het werkstuk heen en weer te bewegen volgens de lijn waarlangs men wil doorslijpen, terwijl men de machine in dezelfde stand op de doorslijp lijn houdt. Wil men desondanks toch extra druk op de slijpschijf uitoefenen, dan alleen op het moment dat de machine naar de slijper wordt bewogen, waardoor men de machine het best onder controle houdt. Drukt men de slijpschijf met kracht in het werkstuk, of houdt men de machine niet in dezelfde stand, dan kan de slijpschijf doorbuigen en in het werkstuk klemmen. Doorslijpschijven zijn vervaardigd om radiale krachten op te vangen en mogen nooit als afbraamschijf worden gebruikt. Bij afbramen treden zijdelingse krachten op die tot slijpschijfbreuk kunnen leiden. Een ander gevaar is, dat de slijpschijf hierdoor taps afslijt waardoor hij zich, als hij weer voor het doorslijpen wordt gebruikt, in het werkstuk kan klemmen. 

Afbraamslijpschijven: deze zijn in verschillende diktes voor verschillende doeleinden verkrijgbaar en moeten als volgt gebruikt worden:
•tot en met 3,4 mm schijfdikte: doorslijpen en licht afbramen;
•van 4,0 en 4,5 mm schijfdikte: uitslijpen van lasnaden en licht afbraamwerk;
•dikker dan 4,5 mm schijfdikte : alle soorten afbraamwerk.

Bij het afbramen moet de machine zodanig worden gehouden, dat het vlak van de slijpschijf onder een hoek van minimaal 15° met het werkstuk staat.
Is deze hoek kleiner, dan wordt de slijpschijf over een te groot deel dun afgeslepen, terwijl ook de bewapening grotendeels verdwijnt waardoor de sterkte vermindert.
Is de aard van het werk zodanig dat deze hoek kleiner is dan 15°, dan moet men de slijpschijfomtrek van tijd tot tijd stomp afslijpen.

Opschriften slijpschijven

Wettelijk moeten de volgende gegevens op de slijpschijven zijn aangebracht:

•naam van de fabrikant;
•uiterste gebruiksdatum (jaar en kwartaal);
•maximum toelaatbaar toerental;
•soort bindmiddel;
•korrelgrootte;
•structuur;
•hardheid;
•afmeting van de slijpschijf.

Gebruiksvoorschriften

Bij werken met handslijpmachines zijn de onderstaande punten van belang:

  • elektrisch aangedreven handslijpmachines moeten zijn voorzien van een goed werkende dodemansknop;
  • zorg voor de juiste slijpmachine en slijpschijf en let altijd op de uiterste gebruiksdatum;
  • verwijder nooit de beschermkap;
  • draag gehoorbescherming;
  • draag een ruimzichtbril of gelaatscherm ter bescherming van uw ogen;
  • draag kleiding met lange mouwen;
  • draag werk- of snijbestendige handschoenen;
  • draag adembescherming, bescherm uw luchtwegen en longen tegen gevaarlijk stof en bij langdurig slijpen tegen gevaarlijke dampen;
  • Mogelijk is het te bewerken oppervlak Chroom VI houdend, hiermee moet rekening worden gehouden (zie protocol Chroom VI)
  • Houd rekening met vonkvorming en dus brandgevaar, tref maatregelen om brandgevaar te voorkomen;

Gebruik de juiste slijpschijf. Belangrijk hierbij is:

  • type van de handslijpmachine;
  • aantal omwentelingen per minuut (toerental)van de machine;
  • vermogen van de machine;
  • de gewenste afmeting van de schijf;
  • het materiaal dat u gaat slijpen;
  • het resultaat dat u wilt bereiken;
  • grootte en vorm van het materiaal;
  • stand waaronder u moet werken;
  • mate van uw vaardigheid;
  • op de machine moeten een beschermkap en zij handvat zijn gemonteerd.

Een aantal aandachtspunten voor en tijdens slijpwerkzaamheden:

  • bij verwisselen van schijven stekker eruit of luchtslang afkoppelen;
  • let op het toerental (schijf hoger dan machine);
  • gebruik voor het vastzetten van de klemring het juiste gereedschap (steek en pensleutel);
  • gebruik geen natte slijpschijven, vocht tast het bindmiddel aan;
  • controleer de goede werking van de dodemansknop;
  • gebruik de juiste slijpschijf, dus niet afbramen met een doorslijpschijf;
  • gebruik de juiste oogbescherming, dus naast de veiligheidsbril een ruimzichtbril of gelaatscherm;
  • de werkplek goed bereikbaar en opgeruimd (struikelgevaar);
  • zorg dat uw slijpschijf stilstaat alvorens hem neer te leggen;
  • houdt een slijptol met twee handen vast tijdens slijpwerkzaamheden, met één hand houdt u een wegslaande tol niet tegen;
  • zorg ook dat het te bewerken materiaal niet kan wegschieten.

Uit voorgaande blijkt, dat een belangrijk deel van de veiligheid bij handslijpen afhankelijk is van de vakbekwaamheid en het gedrag van degene die slijpt.

Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Hoe ga jij om met deze werkzaamheden in jouw werkomgeving?
  2. Wist jij dat de slijpschijven een houdbaarheidsdatum hebben en hoe je deze moet aflezen?
  3. Beschik je over de juiste PBM's en gebruik je die ook altijd?
  4. Ben je je bewust van de risico's voor de omgeving, zoals brandgevaar?



Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.